Special: Zijn games te makkelijk geworden?

Article
donderdag, 27 september 2012 om 14:00
xgn google image
Toen ik onlangs begon met mijn avontuur in The Witcher 2 viel me iets op, ik legde wel erg vaak het loodje. Nu staat The Witcher 2 erom bekend dat het een pittige game is (mijn game-ego is ook weer gered), maar het zette me wel aan het denken: Zijn games gemakkelijker geworden, waardoor een game als Dark Souls ineens ongelooflijk moeilijk is? En zo ja, is dit een goed of een slecht fenomeen?
De hele videogamemarkt valt grofweg op te delen in twee groepen. Enerzijds heb je een groep die alleen de Wii afstoft als er visite over de vloer komt, anderzijds zijn er de mensen waarvoor gamen echt een passie is. De hardcore gamers dus, en de kans is groot dat jij als lezer van XGN tot die groep fanatiekelingen behoort. De term 'hardcore gamer' roept nogal wat vooroordelen op: ze zijn fanatiek, steken veel tijd in hun hobby en zijn niet vies van een uitdaging. Voor dit verhaal doel ik vooral op dat laatste, de uitdaging, want daar ontbreekt het nogal eens aan in hedendaagse games.
Alma!
Nachtmerries
Ik word soms nog steeds schreeuwend wakker als ik weer gedroomd heb over het tergende Hoverbike level van de game Battletoads voor de NES, en het zweet breekt me al helemaal uit als ik denk aan Alma, de belachelijk sterke eindbaas in Ninja Gaiden: Black. Twee momenten die gewoonweg bizar moeilijk zijn, geen extra levens of checkpoints, gewoon blijven proberen tot je vingertoppen blauw zien. Toegegeven, op het moment dat Alma me voor de zoveelste keer de grond in boorde was ik minder gelukkig, maar de voldoening die ik kreeg toen ik dat roze kreng eindelijk aan mijn zwaard reeg valt moeilijk te evenaren. Het is niet voor niets dat ik me deze twee videogamemomenten nog zo goed herinner. Ik zou zelfs willen zeggen dat geen enkele game uitgebracht voor de huidige generatie consoles mij dezelfde mix van uitdaging en voldoening heeft gegeven.
Van arcade naar woonkamer
Een van de redenen waarom de moeilijkheidsgraad bij videogames nu lager ligt dan een paar jaar geleden is de gigantische verandering die de industrie in relatief weinig tijd heeft doorgemaakt. In nog niet zo lang vervlogen tijden was de enige plaats waar je games kon spelen de speel- of arcadehal. Één rondje Street Fighter kostte een paar cent, en als je revanche wilde mikte je weer een muntje in de spelkast. Er werd geld verdiend met het aantal keren dat een spel gespeeld werd. Een ontwikkelaar zou dus wel gek zijn om zijn game zo makkelijk te maken dat hij binnen vijf pogingen uit te spelen viel. Een uitdagend (of verslavend) spel stond gelijk aan een hogere omzet.
Nintendo's geldmachine
Deze manier van geld verdienen verdween toen de home consoles de overhand namen. Gamers kochten eenmalig een spel en konden het zo lang spelen als ze zelf wilden. Degenen die deze dure machines in huis haalden waren vooral de hardcore gamers, opgegroeid in die spelhallen en veelal gewend aan de hoge moeilijkheidsgraad. Een groot verschil met nu, waar zelfs je oma een balletje slaat met Wii Sports. Vooral de huidige generatie consoles (Xbox 360, Playstation 3 en Wii) hebben de videogamemarkt volledig op zijn kop gezet. Ineens waren games niet alleen meer voor die jongen met Zelda posters aan de muur, maar iedereen kon lol beleven met motion controls en een mollige loodgieter. Het immense succes heeft de Wii dan ook vooral te danken aan de casual gamer, die in groten getale Nintendo’s machine in huis haalde.
Casual Gamers
Gebrek aan uitdaging
De vrachtwagens met geld die iedere dag bij Nintendo afgeleverd werden gingen aan andere bedrijven niet onopgemerkt voorbij. Ook concurrenten Microsoft en Sony zagen brood in de casual gamer, de Kinect en PlayStation Move zijn twee voorbeelden van hoe de twee giganten zieltjes wilden winnen bij de niet-hardcore doelgroep. Een gevolg daarvan was dat games ineens leuk moesten zijn voor de hele familie, en dat ging vaak gepaard met het naar beneden schroeven van de moeilijkheidsgraad. Ubisoft’s Prince of Persia uit 2008 is hier een jammerlijk voorbeeld van. De Prince of Persia serie, die normaal gesproken bekendstaat om de spannende en lastige platform puzzels, verloor alle uitdaging omdat er geen 'game over-scherm' meer bestond. Spelers die per ongeluk de prins in een ravijn lieten storten werden netjes weer teruggezet op het dichtstbijzijnde platform. Geen minpunten of nadelen dus, je kreeg er alleen wel een weinig uitdagende game voor terug.
Middenweg
Dit stuk is geen smeekbede aan ontwikkelaars om alle games weer ongenadig moeilijk te maken, ik snap ook wel dat dit niet kan. Er moet geld verdiend worden, en er vallen nou eenmaal meer euro’s te halen bij de grote doelgroep bestaande uit casual gamers. Ik pleit voor een middenweg, een compleet optionele keuze voor allebei de groepen, zodat iedereen op zijn of haar manier van de game kan genieten. The Witcher 2 doet dit heel goed. De 'easy-modus' is ook echt behoorlijk simpel, en de modi daarboven zijn ouderwets pittig. Ontwikkelaars moeten niet vergeten aan wie ze hun oorspronkelijke succes te danken hebben: De hardcore gamer, die ook nog nadat een hype als motion controls weer overgewaaid is, nog zestig euro neertelt voor de nieuwste titels.