Haken en ogen aan PlayStation Now: waarom?

De Netflix van de videogames. Het is wat veel kijkers spontaan riepen toen Sony-baas Kaz Hirai op technologiebeurs CES in Las Vegas PlayStation Now uit de doeken deed. Toch verdient dat stempel enige nuancering. Want hoewel de streaming-dienst op eenzelfde manier werkt als het Amerikaanse videoprogramma, heeft de service van Sony toch nog wat voeten in de aarde.

Met PlayStation Now is het de bedoeling dat spelers vanaf volgende zomer oude PlayStation-games rechtstreeks via het internet kunnen spelen. Dat kan zelfs als zij geen gameconsole in huis hebben. Na verloop moet de dienst zelfs op ieder toestel draaien dat een scherm heeft en op internet is aangesloten. Denk daarbij aan een computer, een iPad, een Smart TV en wie weet in de toekomst zelfs andere consoles. Sony stelt hiermee zijn aspiraties bij: het wuift de concurrentie niet weg, maar omarmt het. PlayStation moet van iedereen worden, mits men zin heeft om maandelijks daarvoor een bedrag neer te leggen.

Experts zien PlayStation Now als een handreiking naar Sony’s rivalen. De toekomst van de console an sich hangt immers aan een zijden draadje. Door de krachten te bundelen en elkaar een podium te geven, blijft de toekomst van de game-industrie gewaarborgd, dat is de gedachte. Het is afwachten of Nintendo en Microsoft met een dergelijke dienst komen, maar dat lijkt met het oog op de toekomst haast onvermijdelijk. Streamen gaat het helemaal worden, dat zag Sony al in een vroeg stadium toen het zich voor miljoenen euro’s ontfermde over Gaikai, de krachtige Amerikaanse streamingdienst voor videogames.

Hoewel Sony dus voorop lijkt te willen lopen, zitten er vooralsnog enkele haken en ogen aan hun beleid. Natuurlijk, het is bijzonder dat we straks volledige PlayStation 2- en 3-titels kunnen spelen op onze PS4, PS Vita, Sony Bravia-televisies en ‘uiteindelijk ook op andere apparaten met internet’. Maar de keerzijde van de medaille is dat de Japanse fabrikant zelf eerst voorrang geeft aan apparaten die onder de eigen paraplu staan. Ze claimen dat andere apparaten ‘snel aan bod komen’, maar de vraag is op wat voor een termijn. Door deze strategische aanpak lijkt het erop dat Sony de verkoop van zijn eigen producten wil stimuleren.

Daarnaast zetten we ook onze vraagtekens bij het feit dat Sony het gebruik van zijn eigen Dualshock-controllers verplicht stelt. Dat betekent dat als je games wilt spelen op je tablet, televisie of op je computer, je per se een controller van de Japanse fabrikant moet kopen. Dat strookt nogal met de visie die Sony wil uitstralen. PlayStation moet van iedereen worden, maar tegelijkertijd leggen ze je wel allerlei restricties op. Rare manier om zo’n doel te bereiken. Voor trouwe Sony-fans is het geen probleem, maar de Japanse fabrikant laat nu wel de mogelijkheid schieten hun markt op korte termijn te vergroten.

Bovendien is het zonde dat ‘de computer’ als laatste in de rij moet aansluiten. Sony lijkt eerst de voorkeur te geven aan zijn eigen consoles, dan aan zijn apparaten en dan pas aan de PC. Daardoor kan het nog enkele jaren duren alvorens we Uncharted 3, die dan inmiddels behoorlijk is verouderd, op onze computer kunnen spelen. Waarom zo lang wachten? Gaikai is met zijn techniek gewoon in staat om de besturing van een bepaalde PlayStation-game snel te converteren naar toetsenbord en muis. Twee jaar geleden was dat immers al mogelijk met enkele titels van de originele PlayStation.

Begrijp ons niet verkeerd, we zijn verder hartstikke enthousiast over PlayStation Now. Het principe dat de speler geen spel in de winkel hoeft te kopen of hoeft te downloaden, werkt verblijdend. De hamvraag blijft echter, hoe werkt dit alles straks? Omdat alles niet draait op krachtige hardware, wordt de game gespeeld op een serverpark van Sony. Via de internetverbinding worden ontelbare impulsen van de controller naar de servers gestuurd. Die sturen de beelden weer terug naar thuis en naar de controller. Het tijdsverschil tussen die twee moet zo klein zijn dat de speler niet in staat is om het op te merken.

Zoals je ziet, blijven we sceptisch over PlayStation Now. Toch, als alles deze zomer technisch goed werkt, heeft de dienst het vermogen om het derde vaste gamekanaal van PlayStation te worden, naast de PlayStation 4 en de PS Vita. De kracht van Now werd op de CES al bewezen; zo zou The Last of Us al speelbaar zijn op Bravia-televisies en op Vita-handhelds. Zo ver zijn we helaas nog niet, het is nu de taak van Sony om de dienst zonder de minste technische problemen te lanceren. Dat gebeurt deze zomer alleen in de Verenigde Staten, waarna Europa waarschijnlijk begin 2015 zal volgen.