Freefall Racers Review

Weet je nog wie Furball is? Het is het blauwe katje uit de Tiny Toons en hij lijkt terug te zijn in een videogame. Helaas geen Tiny Toons-game, want die op de NES was briljant. Ook is Furball geen kat meer, maar een vliegende eekhoorn in Freefall Racers.

Oke, het heeft niets met ACME of Bugs Bunny en zijn vrienden te maken, maar de vliegende eekhoorns uit Freefall Racers doen nou eenmaal erg denken aan het katje dat altijd werd doodgeknuffeld door Elmira. En omdat het eekhoorns zijn, gaan de gedachten ook direct naar Ice Age-personage Scrat. Vooral in het level waarin je je voortbeweegt in de sneeuw is het lastig om jouw vliegende eekhoorn niet aan te zien voor de bekende notenliefhebber.

Freefall Racers is uitgegeven door het grote, bekende Deep Silver. Toch is de studio die het spel ontwikkelde helemaal niet zo enorm. Het is het redelijk onbekende Smoking Gun Interactive, dat eerder twee andere Kinect-games maakte. Dat waren Mars Rover Landing en Home Run Stars, dus dat is wel even wat anders dan vliegende eekhoorntjes.

Nu zijn vliegende eekhoorns ook geen echt vliegende beesten. Ze hebben geen vleugels zoals vogels. Het enige wat ze kunnen doen is hun extra vel (membraan) in de strijd gooien door uit een boom te springen en de pootjes te spreiden waardoor ze zwevend door de lucht gaan. Een ding is wel heel jammer aan deze grappige beestjes, want dat is dat ze maar een jaar of zes worden in het wild. Wat misschien wel erger is, is dat mensen ze vaak als huisdieren houden. Beetje triest voor een beest dat wel 80 meter naar beneden kan ‘zweefvliegen’.

Het is logisch dat mensen ze als huisdier willen, want ze zien er schattig en knuffelig uit. Helaas doen hun virtuele varianten dat in Freefall Racers niet. Ze zijn schattig noch grappig. Ze hebben sowieso niet heel veel overeenkomsten met hun reallife soortgenoten, want ze zijn overdag klaarwakker om races te doen. Ze laten zich van een bergklif vallen en het is aan jou om te zorgen dat ze in goede banen veilig beneden komen.

Dat doe je door Kinect in de strijd te gooien. Je moet je armen spreiden om rustig te zweven, je kunt een kant op hangen als je je eekhoorn een bepaalde richting op wilt hebben en als je je armen langs je lichaam houdt, dan maakt hij een duik recht naar beneden. Op zich werkt het allemaal goed samen met Kinect, alleen er is een ding wat dan weer helemaal niet werkt en dat is wel een vrij essentieel onderdeel aan dit spel.

Dat zijn namelijk de power-ups en die zijn al direct een probleem. Zelfs als je de game nog op niveau ‘makkelijk’ speelt en het lekenlevel kiest, dan is het al meteen heel erg moeilijk om power-ups te pakken te krijgen. Ze zijn namelijk heel erg klein en zitten vaak dicht bij de ‘grond’, waardoor je gemakkelijk te pletter staat als je je eekhoorn net even te enthousiast naar beneden laat duiken.

Als het je dan toch is gelukt zo’n power-up-eikenootje te pakken te krijgen, dan is het nogal een uitdaging om hem ook daadwerkelijk te gebruiken. Als linksonder in beeld je eekhoornicoon een kleur krijgt, dan moet je een van je benen omhoog doen om hem in te zetten. We hebben ons best gedaan en zagen er vooral uit als plassende honden, zonder dat onze eekhoorns van hun extra’s gebruik maakten. Spijtig, want zo’n racegame is dit wel.

Het is raar om racegame te zeggen, want het is niet een kartgame zoals Mario Kart of Sonic All-Stars Racing. Dit is een game waarin je meer ‘vliegt’ of ‘valt’ en natuurlijk van een heel andere besturingsmanier gebruikmaakt dan als je in een kartautootje rondscheurt. Toch is het power-up-idee wel ongeveer hetzelfde. Je kunt bijvoorbeeld een soort schild om je heen krijgen waardoor de dreiging van te pletter slaan tijdelijk uitblijft, maar er zijn ook dingen waarmee je op je eekhoornvriendjes kunt schieten om ze eventjes uit te schakelen.

Onze voorkeur blijft op dit gebied toch echt uitgaan naar rechttoe-rechtaan kartspellen zoals die van Mario en Sonic. Het feit dat je power-ups niet kunt gebruiken is natuurlijk een dikke min, maar de game ziet er ook niet aantrekkelijk uit. Het is wel te zien dat de ontwikkelaar zijn best heeft gedaan om de eekhoorns verschillend te maken en sommige unlockable te maken voor verzamelaars, maar je gaat dit niet verder spelen omdat het er niet leuk genoeg uitziet. De omgeving is wel tof en lekker kleurrijk, maar de eekhoorns zijn hoekig en raar. Ze zien er ook niet vrolijk uit. Je wil die eekhoorns dan niet graag allemaal sparen. Bovendien zie je toch al hoe ze eruit zien, alleen er staat een slotje bij waardoor je er nog niet mee kunt spelen. Zo is er een roze eekhoornmeisje dat een eenhoorn-hoorn op haar hoofd heeft en gigascheel kijkt. Het is niet schattig, het is niet grappig, dus het is gissen wat de ontwikkelaar hiermee wil overbrengen.

Het voelt een beetje alsof je een telefoongame speelt op je console. Je weet dat dat ding veel beter kan en je bent er al redelijk snel klaar mee. Ook is de uitwerking niet al te best. Nu is het bij een telefoongame niet zo erg, als er maar een superverslavend element inzit, maar dat mist Freefall Racers. Het is niet leuk om te zien, maar zelfs als je het stijltje wel kunt waarderen, dan zijn die power-ups echt een probleem. Ze zijn heel moeilijk te pakken en juist kinderen (die de doelgroep voor de game lijkt te zijn) zullen daardoor afhaken. Zeker als ze er eindelijk eentje hebben en dan niet kunnen gebruiken. Spijtig dat de uitwerking zo tegenvalt, want in de basis brengt dit spel een originele nieuwe manier van racen en dat kan het ‘kart’genre best gebruiken. En Kinect ook natuurlijk.