Wij kunnen sinds afgelopen dinsdag aan de slag met het nieuwe Grand Theft Auto V. In deze game speel je als drie unieke personages: Michael, Franklin en Trevor, allemaal met hun eigen trekjes. Wat deze mannen allemaal beleven in Los Santos, kun je hier lezen in hun dagboek.
Gisteren keken wij naar
familieman Michael,
morgen gaan we op pad met Trevor, maar vandaag duiken we eerst het leven in van de man uit de
hood: Franklin.
Dag één
Shit, wat was vandaag een klotedag, zeg. En het begon zo goed. Lekker met mijn homie Lamar keihard door de drukbezochte straten naast het strand gescheurd in onze gloednieuw gestolen sportauto's. Na de klus kreeg ik alleen een mailtje van mijn schatje Tanisha dat ze niet meer wil zijn dan vrienden. Iets met een nieuwe liefde waar ze mee gaat trouwen, ofzo. Stom wijf, ziet ze niet in dat ik de ware boy voor haar ben?! Ik mailde haar meteen terug dat ze emotioneel was en dat ze niet wist waar ze het in godsnaam over had. Al snel schreef ze me dat het definitief is; ik maak geen kans meer bij haar.
Wat een fucked up situatie. Uit woede en pure ben ik maar in mijn bolide gestapt om een tochtje te gaan maken; mijn gedachten moesten even ergens anders heen. Het platteland ten noorden van Los Santos was de plek die mij automatisch aantrok. Het duurde niet lang of de politie kwam nog op mijn hielen omdat ik een paar kogels op de snelweg afvuurde, alleen maar zodat iedereen uit mijn weg zou gaan. Idiote feds, wat is daar nou weer verboden aan? Na een lange achtervolging was het al bijna donker en was mijn auto nagenoeg kapotgereden. Maar de blauwbadges ben ik kwijtgeraakt. Punk ass motherfuckers zijn het ook.
Een buggy op het strand stond niet ver van mij af, dus was de keuze snel gemaakt. Weer kwam de politie omdat een of andere domme hillbilly me moest verklikken. Snel terug naar Los Santos dan maar. Uit pure woede en afgunst voor de wereld ben ik zo hard van de heuvels van Vinewood gereden, dat mijn auto een dubbele kurkentrekker door de lucht maakte. Ik mankeerde niks en reed verder naar de slijterij alsof er niets was gebeurd. De drie babes waar ik op landde hadden het alleen slechter getroffen. Hadden ze daar maar niet moeten lopen.
Wat is het toch met Los Santos? Een op het eerste gezicht zo'n mooie stad, maar is compleet verrot als je langer dan een minuut stilstaat en goed om je heen kijkt. Sletjes lopen op iedere straathoek en als je meer dan vijf dollar op zak hebt mag je nog uitkijken dat je niet wordt koud gemaakt door iemand uit de hood.
Nog maar amper thuis van een lange en fucked up autorit langs het platteland en ik zag alweer een babe overvallen worden door een homie met een mes in zijn handen. Ik kon het niet laten en reed een paar keer over hem heen, waarna ik de handtas die hij had gestolen weer terugbracht. Een hete kus als beloning kon ik niet afslaan, natuurlijk. Hopelijk kan dit mijn gedachten een beetje van Tanisha afhouden.

Dag twee
Niet dus. Shit, dagboek. Vannacht heb ik echt niet kunnen slapen. Constant maar aan Tanisha zitten denken en het feit dat ze me niet meer ziet staan. De volle fles whisky die ik gisteravond kocht is al bijna leeg. Een keiharde kater zorgde ervoor dat ik mijn gedachten vandaag ergens anders bij kon hebben. Amper aangekleed zie ik mijn tante schreeuwend door de kamer warm-ups doen voor het joggen. Wat een mal mens is ze toch ook. Gaat ze opeens actief doen na maandenlang geen drol te hebben uitgevoerd en een beetje joints gerookt te hebben op de bank, uitgeteld cartoons kijkend. Ze kwam de oprit nog niet af of ze was al buiten adem.
Niet lang daarna kwam mijn homie Lamar langs om wat rond te hangen, samen met een of andere hufter die me al snel op de zenuwen begon te werken. Wat ik niet wist, was dat die motherfuckers drugs wilden gaan verkopen. Shit, wat een dom idee. Maar ik heb het geld nodig, dus het moet maar. Daarnaast wilde ik niet dat Lamar een kogel zou vangen vanwege zijn microscopisch kleine brein. En ja hoor, al snel werd de drugdeal gesaboteerd door een grote groep Ballas, je weet wel, die vijandige bende die Los Santos terroriseert. Stelletje goons. Een wilde schietpartij van ongeveer een uur volgde. Met moeite wisten we eruit te komen en Lamar was zelfs lichtgewond. Voortaan bedenk ik me wel twee keer voordat ik dit soort dingen ga doen met hem.

Dag drie
Mijn leven moet toch beter kunnen worden? Ik wil het maken in de wereld, niet voor eeuwig bij mijn gestoorde tante wonen in een achterafbuurt waar je nog neergestoken wordt als je de verkeerde kleur trui draagt. Klagen helpt niet, dus ging ik maar naar de autodealer toe, waar mijn baas me al zat op te wachten. Ik was werknemer van de maand, een titel die ik zeker niet verdien. Die motherfucker Lamar begon weer eens te schelden en was het er niet mee eens; hij vond dat hij harder had gewerkt dan ik, maar hij moet zijn fucking muil houden. Shit. Ieder voor zich in deze wereld, dogs.
Voor mijn werk moest ik vandaag een gele Hummer stelen in een gigantisch mooi huis aan de voet van Vinewood. Een tuinman was bezig met een bladblazer, maar zou mij snel herkennen als ik niet voorzichtig zou zijn. Zo geruisloos mogelijk wist ik in het naar naar binnen te sluipen en de bewoners te ontwijken. De zoon zat alleen maar zwaar gewelddadige games te spelen en zich schaamteloos af te trekken op zijn bed met de deur open. Laat ik maar niet beginnen over zijn hoerige zus die haar onzekerheid waarschijnlijk aan het wegpoederen was in de badkamer. De jeugd van tegenwoordig ook...
Voordat ik via de woonkamer in de garage kon komen viel me ook nog op dat de moeder flink de slet aan het uithangen was met haar tennisleraar. Subtiel. Al snel wist ik in de garage te komen en de gele Hummer weg te kapen. Wat ik alleen niet wist was dat de man des huizes achterin de kofferbak lag met een pistool, die hij binnen een paar tellen tegen mijn hoofd hield. Hij wilde wraak, ik voelde het wapen trillen tegen mijn wang aan. Hij commandeerde mij dat ik door het raam van de dealer moest rijden en de baas de hartaanval van zijn leven bezorgen die mij de opdracht gaf de Hummer te stelen. Wat een verknipte bitch! Maar geloof het of niet, dagboek, dit zou nog best eens de man kunnen zijn die mijn doelloze leven drastisch zal gaan omgooien.