7 vragen aan Mika Häkkinen

Bij de presentatie van de Heineken Player 0.0 competitie was ook Mika Häkkinen aanwezig. XGN greep die kans aan om de tweevoudig wereldkampioen te bevragen over Nederland, de GP in Zandvoort en de invloed van sim-racen op de Formule 1.

Begin dit jaar kondigde Heineken aan om in samenwerking met Max Verstappen een nieuw sim-racing competitie op te starten onder de naam Player 0.0. Dat initiatief werd afgelopen donderdag gelanceerd in het bijzijn van een andere Formule 1 held: Mika Häkkinen. Häkkinen racete van 1991 tot 2001 voor de teams van Lotus en McLaren, waar hij zijn grootste successen behaalde, waaronder twee wereldkampioenschappen.

Hoe bevalt het weer terug te zijn in Nederland?

'Nat en winderig, precies zoals ik gewend ben in Finland. Gelukkig woon ik al 30 jaar in Monaco, waar ik enorm verwend ben met het weer. Maar ik ken dit soort weer goed, dus ik heb daar geen problemen mee. Ik ben ook altijd erg blij in Nederland te zijn. Ik heb er alleen maar goede ervaringen gehad.'

De GP van Zandvoort komt er aan, hoe is het om op die baan te racen?

'Ik heb in 1988 en in 2008 op het circuit van Zandvoort geracet. De lay-out van het circuit is sindsdien veranderd, maar de baan heeft zijn karakter niet verloren. De atmosfeer is er geweldig. Het is prachtig voor de fans om daar de race bij te kunnen wonen. Het is bijzonder wat de organisatoren daar gedaan hebben.'

'Er zijn nu nog geen plannen, maar dat verandert misschien nog met de Player 0.0 competitie. Helaas staat het nu nog niet in mijn agenda, maar ik hoop eigenlijk dat dat nog verandert. Ik weet dat het hele weekeinde in Zandvoort echt van den gekke is. Daar zou ik graag bij zijn. Ook Spa moet ik voorbij laten gaan, ik vertrek hierna naar mijn familie.'

'Ik heb de Formule 1 al sinds 1988 gezien en gevolgd. Ik heb sinds toen tot vandaag de dag veel veranderingen gezien. De reglementen, diverse landen die toetraden tot de Formule 1, een nieuwe eigenaar met Liberty Media en de hele ontwikkeling van Formule 1. Een ding is duidelijk, Formule 1 is showbusiness, het is entertainment. Maar het is ook een sport.'

Om de fans te kunnen vermaken moet de sport ook vermakelijk en spannend zijn. Wat de sport, FIA en Liberty gedaan hebben, is erg positief voor de sport. Wat ze vooral bereikt hebben, is dat mensen naar de Grand Prix weekenden willen komen om de sport te beleven. Ze willen met eigen ogen zien wat er gebeurt en ze zijn ook welkom. Vroeger werden fans op afstand gehouden en was Formule 1 weinig toegankelijk. Dat is echt veranderd.

Formule 1 is en blijft een sport die draait om personen en hun karakter, die de hele wereld rondreizen. FIA en Liberty hebben veel werk gestoken in het dichter bij de mensen brengen van die personen, onder anderen met de Drive to Survive seizoenen van Netflix.'

'Het was een heel andere tijd. Er waren geen limieten aan testtijden, dus na een Grand Prix zaten we na een dag rust meteen weer vier dagen achterelkaar achter het stuur om verschillende set-ups uit te proberen. Dat was meteen ook de manier waarop je je skills kon verbeteren. Je kan nog zoveel talent hebben, je moet dat talent ontwikkelen.

Je moet leren hoe je met je team communiceert, je moet de technische kant van je bolide begrijpen, maar ook simpelweg je spieren trainen voor de enorme krachten die je als racer ondergaat. Hard werken, maar wel een prachtige tijd. Vooral ook omdat je regelmatig extreme ontwerpen en set-ups aan het testen was, die soms wel en soms niet werkten.'

'Het fysieke deel van racen is echt heel anders, daar is bijna niet op voor te bereiden. De stap van de simulator naar het echte racen is een enorme stap. In de fysieke bolide voel je met een snelheid boven de 300 kilometer per uur de wind vol in je gezicht, dat moet je meegemaakt hebben om te weten hoe dat voelt. Je moet anders leren ademhalen.

Dat geldt ook voor de bochten, in een scherpe bocht kan je geen adem halen, dus dat moet je van tevoren doen. Dat kan je niet oefenen in een simulator. Bovendien is het risico in een simulator kleiner: je kan niks stuk maken of breken. Maar voor de ontwikkeling van de bolide en het uitvogelen van de beste race-line is de simulator enorm nuttig.'

'De markt voor sim-racen is enorm en heel toegankelijk. Iedereen kan er aan meedoen. Het is prachtig om te zien hoe sim-racers en formule 1 racers samenwerken in de sim-sport en hoeveel talent er aanwezig is. Het is goed om te zien hoe er in teams samengewerkt wordt.

Het is niet een Max Verstappen die alleen thuis zit in zijn simulator, maar hij werkt samen met het team van Redline en ze leren van elkaar. Dat is echt een belangrijk verschil met het echte racen, wat veel meer een solistische sport, en waarbij het vaak veel meer om de ego's van de racers draait. Maar ook daar wordt het steeds belangrijker om als team goed samen te werken. Wie als team goed communiceert heeft meer kans om te winnen.'

Wil je zelf ook kans maken op een sim-race tegen Max Verstappen, lees dan vooral hier verder. Heb je geen zin in sim-racen maar wil je wel kans maken om de Grand Prix van Zandvoort zelf bij te wonen, kijk dan even hier.